Zelf gemaakt eivoer Deel 1

Plaats reactie
Hoebaer
Berichten: 138
Lid geworden op: 20-10-2014 19:10

Zelf gemaakt eivoer Deel 1

Bericht door Hoebaer » 20-10-2014 19:58

Zelf gemaakt eivoer,
vergelijkbaar met hoogwaardige dierlijke voeding, zoals
meelwormen, pinky’s, buffalo’s en krekels.

Deel 1: Achtergrond
Veel vogelsoorten brengen hun jongen groot met dierlijk voedsel. Sommige soorten doen dat uitsluitend met dierlijk voedsel, andere combineren dat bijvoorbeeld met zaden, vruchten en/of groene plantedelen. Door het verstrekken van dierlijk voedsel krijgen de jongen in ieder geval genoeg hoogwaardige eiwitten binnen. Daardoor is een normale, dus natuurlijke groeisnelheid van de vogel gewaarborgd. De vogel krijgt daardoor ook zijn maximale formaat zoals dat genetisch is vastgelegd.
Vogels groeien uitsluitend van eiwitten en dus moeten deze in ruime mate aanwezig zijn in opfokvoeding. Eiwitten bestaan uit (lange) ketens van verschillende aminozuren. Bij het verteren van voedsel door de vogel worden die ketens als het ware in stukjes geknipt tot aminozuren en zijn dan klein genoeg om vanuit de darm naar de bloedvaten te gaan. Hierdoor bereiken deze bouwstenen alle plekken in het lichaam waar ze nodig zijn.
De vogel maakt vervolgens zijn eigen eiwitten met die aminozuren. Dat betekent ook dat enkelvoudige aminozuren in de voeding als groeistof beschouwd kunnen worden. Bekende voorbeelden zijn de aminozuren lysine en methionine. Deze twee aminozuren zijn in het algemeen te weinig aanwezig in plantaardige producten, zoals zaden, granen en groenten. Daardoor hebben plantaardige producten vaak, echter niet altijd, een lagere eiwit kwaliteit dan dierlijke producten.
Dierlijke voedsel bevat altijd hoogwaardig eiwit. Eiwit wordt hoogwaardig genoemd als vrijwel al het eiwit in de voeding door de vogel volledig benut kan worden waarvoor het is bedoeld, namelijk voor de opbouw en groei van vlees en veren.
Het eivoer dat in dit artikel wordt beschreven, kan qua voedingswaarde worden beschouwd als een volwaardig alternatief voor alle bekende dierlijke voedingen. Denk daarbij aan meelwormen, pinky’s, buffalo’s, krekels, etc. Dit eivoer is bovendien een compleet voedsel, omdat het alle vitaminen, mineralen en sporenelementen bevat. Dit in tegenstelling tot de meeste beschikbare commercieel gekweekte voedseldieren. Verder bevat het geen ziektekiemen, waar veel soorten voedseldieren mee besmet kunnen zijn.
Eiwitten zorgen er dus voor dat o.a.de spiermassa toeneemt en dat er veren worden gevormd. Anderzijds moet natuurlijk ook het skelet tegelijkertijd meegroeien. Dus naast volop eiwitten moet het opfokvoedsel ook de groei van het skelet waarborgen. Hiervoor zijn vooral nodig calcium, fosfor en vitamine D3. Deze vitamine is o.a. noodzakelijk voor het transport van calcium vanuit de darm naar de bloedvaten. Zonder afdoende hoeveelheid vitamine D3, kan de vogel dus niet genoeg calcium uit het voedsel halen! Direct zonlicht zorgt voor de vorming van vitamine D3 bij de vogel. Een uitstekende directe bron van vitamine D3 is de dooier van het kippenei.
Terug naar de eiwitten. Een voorbeeld zal duidelijk maken dat de aanwezigheid van veel eiwit in de voeding niet alleen bepalend is voor een gewenste groeisnelheid van de nestjongen. Van belang is tevens hoeveel vetten en koolhydraten er aanwezig zijn. Teveel vet en koolhydraten kunnen de groei aanzienlijk vertragen. Dierlijk voedsel bevat (vrijwel) geen koolhydraten, datis dus al gunstig voor de groeikracht van dat voedsel. Twee bekende dierlijke voedingen zijn meelwormen en krekels. Deze hebben een vergelijkbaar eiwitgehalte van ca. 21%, doch een verschillend vetgehalte. Het vetgehalte van meelwormen is ca. 12,6% en dat van krekels 3,9%.
In de praktijk blijken nestjongen, zoals rode kardinalen, veel beter te groeien van krekels dan van meelwormen. Rode kardinalen, uitsluitend opgefokt met meelwormen, verlaten het nest na 11 dagen. Uitsluitend met krekels opgefokte jongen verlaten het nest reeds na 8 dagen. Beide voedseldieren waren gevoerd met boerenkool. Boerenkool, evenals de meeste groene bladgroenten, bevat alle voedingsstoffen die commercieel gekweekte voedseldieren tekort komen. Denk daarbij aan calcium, (pro)vitamine A en B-vitaminen.
Krekels zijn een typisch voorbeeld van een “mager”voedseldier. Vergelijkbare magere voedseldieren zijn sprinkhanen, pieren, muizen, konijnen, kipfilet en biefstuk. Muizen en konijnen zijn hier als voorbeeld genoemd, vanwege het feit dat het typische voedseldieren zijn voor roofvogels en uilen. Eigenlijk is dat bijna uitsluitend mager vlees (eiwit) met een klein randje vet. Bedenk ook dat dierlijk voedsel altijd veel vocht bevat, gemiddeld rond de 70%.
Het geconstateerde verschil in groeisnelheid tussen meelwormen en krekels is voor het grootste deel toe te schrijven aan de verschillen in vetgehalten van de twee voedseldieren. De eigenlijke achtergrond is het verzadigingsgevoel van de jongen. Dat wordt vooral bepaald door de hoeveelheid calorieën die ze per dag nodig hebben. Stel dat een jonge kardinaal 50 kcal per dag nodig heeft, dan zijn daar 25 gram meelwormen voor nodig of 41 gram krekels. In 25 gram meelwormen zit 5,4 gram eiwit. In 41 gram krekels zit 8,9 gram eiwit!
Meelwormen zijn calorierijker vanwege het hogere vetgehalte en dus zijn daar ook minder gram voor nodig om een zelfde hoeveelheid calorieën binnen te krijgen. Meelwormen leveren 197 kcal per 100 gram en krekels 122 kcal per 100 gram.
Ter vergelijking nemen we een doorsnee droog commercieel eivoer, zonder dat we een merknaam noemen. De verschillen tussen de bekende merken is trouwens maar marginaal. Alleen Aves is duidelijk beter omdat het meer benutbaar eiwit per 100 kcal product levert. In het voorbeeld van een droog eivoer gaan we uit van de volgende samenstelling: RE 16%, RV 5%, Koolhydraten. 60%, vochtgehalte 9%, voedingsvezels 5% en het totaal aan mineralen en vitamines wordt op 5 % gesteld.
Dit eivoer heeft een voedingswaarde qua energie van 349 kcal per 100 gram. Die energie is afkomstig van het eiwit, het vet en de koolhydraten. Hoe hoger het aandeel calorieën afkomstig van de eiwitten, des te hoger is de groeikracht van de opfokvoeding. In ons voorbeeld zijn slechts 64 van de 349 kcal afkomstig van de eiwitten.
Een manier om de groeikracht van verschillende voedingen objectief met elkaar te kunnen vergelijken is door het aantal grammen eiwit per 100 kcal voeding te berekenen. Helaas geven de meeste fabrikanten het eiwitgehalte als percentage Ruw Eiwit( RE). Dat zegt helemaal niets over de kwaliteit van het aanwezige eiwit. Alleen het percentage Benutbaar Eiwit (%BE) heeft betekenis. De enige fabrikant die dit bij zijn producten vermeld is Aves.
Benutbaar eiwit wil zeggen dat eiwit volledig benut kan worden waarvoor het is bedoeld, namelijk om lichaamseiwit te vormen bij de vogel. Een duidelijk voorbeeld van een groot verschil tussen het percentage RE en BE is “witzaad”. Het percentage RE is namelijk 15,1%en het percentage BE is slechts 6%! Men zegt ook wel dat de biologische waarde van het eiwit in dit geval 40% is. De kwaliteit van dierlijk eiwit ligt meestal boven de 80%.
Naast het feit dat de vogel mogelijk te weinig benutbare eiwitten kan binnen krijgen als gevolg van de lage eiwit kwaliteit van het voedsel, kunnen zulke grote verschillen tussen het %RE en het %BE , ook tot vervetting leiden. De eiwitten worden namelijk wel verteerd en het deel dat niet benut kan worden als bouwstof wordt omgezet tot vet. De vogel zal intuïtief blijven eten totdat aan zijn eiwitbehoefte is voldaan.
Door zaden en granen te combineren met peulvruchten kan de kwaliteit van eiwit worden verhoogd. Je krijgt dan als het ware de situatie dat 1 plus 1 meer dan twee is! De achtergrond hiervan is het verschil in de hoeveelheid aminozuren lysine en methionine in zaden en peulvruchten. Deze vullen elkaar aan. Geschikte peulvruchten voor zaadeters zijn de kleine groene katjang idjoe boontjes, die men aantreft in kiemzaadmengelingen. Dus het verstrekken van deze boontjes in combinatie met zaden, verhoogt niet alleen het eiwitgehalte van het geheel, ook de eiwit kwaliteit wordt beter.
Terug naar dierlijk voedsel. Het kenmerk van dierlijk voedsel is dat het rond de 20% hoogwaardig eiwit bevat en veel vocht, ca. 60% tot 70%. De grote verschillen tussen de diverse dierlijke voedingen zijn de vetgehaltes die variëren van ca.3% tot wel 20%. In principe geldt, hoe hoger het vetgehalte, des te lager de groeikracht van het dierlijk voedsel. Kenmerkend voor dierlijk voedsel is ook dat het vrijwel geen koolhydraten bevat. Met deze informatie gaan we aan de slag om eivoer te maken dat vergelijkbaar is met dierlijk voedsel.

Geplaatst met toestemming van
Ger Tummers
DE manier, tja die moet je zelf uitvogelen

Terug naar “Voeding”