Mijn kweek met de barmsijs

Plaats reactie
Loek Engels
Berichten: 25
Lid geworden op: 21-10-2014 15:11

Mijn kweek met de barmsijs

Bericht door Loek Engels » 21-10-2014 19:27

[color=orange]Dit is een kweekverslag welk ik jaren geleden schreef dat ik jullie niet wil onthouden. Echter is mijn kweek inmiddels weer geëvolueerd. Dus echt recent is het niet maar er staan nog steeds veel bruikbare tips en wetenswaardigheden in. Wegens tijdgebrek staat mijn vogelhobby momenteel op een laag pitje en heb ik alleen nog Groenlandse barmsijzen. Maar ooit zullen de andere soorten welke in het bericht beschreven zijn ook weer in mijn volières te vinden zijn.
[/color] :wink:

[color=red]De Barmsijs[/color]
De barmsijs is voor mij een van de interessantste cultuur vogels, welke we sinds de verandering van de vogelwet mogen houden en kweken. De barmsijs wetenschappelijke naam Acanthis Flammea. Deze is eigenlijk in drie voor ons belangrijke ondersoorten te verdelen. Ten eerste de ondersoort Acanthis Flammea Cabaret of de kleine barmsijs .Dit is de barmsijs die wij het meeste in de volières tegen komen .Dit is ook de barmsijs die in onze regionen het meest voorkomt .Het is de barmsijs van west en midden Europa. Ten tweede Acanthis Flamea Flammea dit is de noordse variant van onze kleine barmsijs en tevens de nominaatvorm. En zoals alle noordelijke varianten van onze cultuur vogels onderscheid hij zich hoofdzakelijk door zijn groter postuur. Hiervandaan dus ook de naam Noordse Barmsijs of Grote Barmsijs Zijn verspreidingsgebied is dan ook Noord Europa, noord Amerika en delen van Azië. In sommige winters is hij bij ons als invasie gast te bewonderen. De derde ondersoort is de Acanthis Flammea hornemanni exiclepes. De witstuit barmsijs zo als hij genoemd wordt, heeft zijn leefgebied in Noord Europa vooral Siberië. Van waar hij na het broedseizoen uitzwerft. Ook komt hij voor in Canada. Bij ons is de witstuit alleen als dwaalgast te bewonderen. Hij onderscheidt zich van de eerste twee genoemden zoals de naam al zegt door de witte stuit .Tevens is hij beduidend minder intensief gekleurd en bezit een uitermate kleine snavel. Deze drie barmsijs soorten zijn de meest voorkomend in onze volières. Andere ondersoorten zijn Acanthis Flammea Islandica de ijslandse barmsijs, Acanthis Flammea rostrata de Groenlandse barmsijs, Acanthis Flammea hornemanni hornemanni de grote witstuitbarmsijs.
De verzorging van de barmsijs is niet zo moeilijk en daarom is hij ook zeer geschikt voor beginnende vogelliefhebbers. Voor de kleine barmsijs voldoet een goede wildzangmengeling (zonder raapzaad ) . De noordse barmsijs vraagt mijns inziens een ietwat graszaad rijker menu even als voor de witstuitbarmsijs. Uiteraard bij alle drieën aangevuld met een goed eivoer. We komen later nog op de samenstelling van het eivoer terug .Vele kwekers van cultuurvogels voeren nog steeds “onkruiden “ of groenvoer. Dit is mijns inziens beslist niet noodzakelijk. Maar omdat vele het als onmisbaar beschouwen wil ik enkele opnoemen die barmsijzen graag opnemen. Allereerst vogelmuur dit wordt door de hele vogelwereld graag gegeten .Let wel verwissel dit niet met guichelheil daar dit zeer giftig is. In de lente als eerste klein hoefblad met stengel en bloem, of knop. Maar later paardenbloem in knopvorm. Worden ook door alle” barmen ”niet liggen gelaten .Herderstasje en kruiskruid net als alle soorten zuring, worden graag opgenomen Alle soorten gras, vooral voor de noordse en witstuit, kunnen ook gegeven worden. Men kan eigenlijk alle “onkruiden” voeren als ze maar opgenomen worden en vooral onbesproeid zijn. Vooral door dit laatste ben ik sinds enkele jaren van het “groenvoer” afgestapt. Mijn wandelingen worden nu niet meer onderbroken voor het plukken van “onkruiden”. Maar voor waarnemingen van “wildzangvogels” in de natuur.


[color=red]DE KWEEK [/color]
Sinds het begin van mijn hobby heeft het barmsijsje een plaats in mijn liefhebbers hart weten te veroveren en vooral weten te behouden. Waren het vroeger het kleine cabaret zijn het sinds enkele jaren de Groenlandse (Acanthis flammea rostrata ) die mijn kweekhokken bevolken. Uiteraard zijn er nog steeds ´cabaretjes´”in mijn bezit en enkele noordse barmsijsjes. Ook hou ik sinds kort enkele Witstuiten (Acanthis flammea hornemanni exiclepes).
Gekweekt word in grote kweekboxen van een meter bij vijftig bij vijftig centimeter. Met kranten als bodem bedekking dit is ideaal elke dag snel te vervangen en zeer goedkoop. De hele kennissen kring is blij als ik het oude papier ophaal. De kranten zijn voor mijn vogels, de rest voor de plaatselijke voetbalclub. Het vaak gehoorde tegen argument van giftige stoffen in kranteninkt heeft zich bij mij tijdens de laatste vijf jaar nog niet bewaarheid. Ook word er in kweekvluchten gekweekt van drie meter diep en een meter tachtig hoog en een meter breed. Hier worden beukenhoutsnippers als bodem bedekking gebruikt. In de boxen word er koppels gewijs gekweekt in de vluchten met drie poppen en een man.
Mijn barmsijzen overwinteren in een onverwarmd buitenhok .De seksen zijn uiteraard wel gescheiden en zitten met plus minus tien stuks per vlucht Tijdens de gehele winter worden zij gerantsoeneerd gevoerd. Dit wil zeggen een aves schepje zaad per vogel. Bij zeer koud weer iets meer dan een schepje. Een keer per week wordt eivoer verstrekt .Regelmatig word trosgierst verstrekt als “bezighouder “. Elke dag wordt er vers water verstrekt wat om de dag met een eetlepel appelazijn per liter verzuurd wordt. Dit laatste doe ik al enkele jaren.
Het heeft een zeer gunstige uitwerking op het ziekte percentage. Het is echt een aanrader. Eens op de veertien dagen geef ik een vitaminepreparaat in het drinkwater gedurende een dag. Ik ben geen voorstander van preventieve kuren dus gebeurt kuren alleen bij ziekte. De betreffende vogel wordt alleen geplaatst en apart van de vlucht behandeld .De vlucht waarin de zieke vogel verbleef wordt uiteraard ook behandeld.
Gekoppeld wordt begin februari . Zodoende kan men vogels die in de winter niet of onvoldoende aan het eivoer zijn gewend alsnog aan eivoer te wennen . Dit kan men het beste doen door het zaad weg te nemen en door eivoer te vervangen . Wel opletten bij zeer hardnekkige gevallen dat er geen verhongerings gevallen optreden. Ook opletten met grit en maagkiezel deze mag niet tijdens deze dwang periode verstrekt worden. Daar er dan verstoppings verschijnselen kunnen optreden. De vogels eten alleen grit of maagkiezel welke dan niet meer verteerd c.q. verwerkt worden en dan verstoppingen veroorzaken. Zitten de vogels dan eind februari allemaal op de voor hun uitgezochte plaats. Begin ik langzaam de aantal keren dat ik eivoer verstrek op te voeren . Tot ze eind maart elke dag eivoer verstrekt krijgen. Nu plaats ik ook de nestgelegenheden .
Deze bestaan bij mij uit kanarienesten, draadnesten of wildzangkapelletjes. Allen voorzien van kokosnesten welke wij natuurlijk met een ontsmettingsmiddel voorbehandeld hebben want van ongenode gasten in onze nesten zijn we niet gediend .
In de kweekboxen twee nesten en in elke vlucht zes nesten. In de vluchten worden de nesten zo geplaatst dat geen nest uitzicht geeft op een ander nest. De nesten worden met kunstdennentakken gecamoufleerd. Als nest materiaal verstrek ik kokosvezel, scharpie, sisal en watten . Tot op heden heb ik bij mijn barmsijzen geen duidelijke voorkeur kunnen bespeuren wat betreft het favoriete nestmateriaal. Zij het niet dat de tendens naar donker nestmateriaal uitgaat .

Vanaf begin april wordt de zang steeds luider en het balts gedrag heftiger. Er word steeds vaker “gebekt” en men voert elkaar uitbundig. Het baltsgedrag bestaat uit vurige jaag partijen Die zo fel kunnen zijn dat beginnende kwekers gaan twijfelen of zij een koppel bij elkaar hebben zitten. Maar deze jachtscènes horen zo te zijn. Als een der beide partners nog
niet in broedstemming verkeerd kan het zijn dat men een van de twee tijdelijk moet verwijderen daar er anders ongelukken gebeuren. Men kan de vurige minnaar in een kleine kooi in of voor de box plaatsen. In mijn kweek komt dit gedrag zelden voor in de kweekvluchten. In de kweekboxen vaker. Zijn beide partners het wel eens dan gaan zij vanaf half april begin mei over tot nestbouw. De bouw van het nest gebeurt in grote maten door de pop waarbij de man zo nu en dan helpt of nest materiaal aanbrengt/verwijdert. De duur van de nestbouw varieert van een dag tot een week .Eens het nest af is volgt er elke dag een ei. Van wel drie tot wel zes stuks toe. Deze worden bij mij net als bij de kanariekwekers “geraapt”. Met het verschil dat ik niet wacht op het volledige legsel maar de eieren op de avond van het derde ei terug plaats. De broed tijd varieert van twaalf tot dertien dagen. Dit is mijns inziens afhankelijk van de weersgesteldheid. In zeer warme zomers komen soms op de avond van de twaalfde dag al jongen uit. Een dag voor het vermoedelijke uitkomen der jongen word bij de toekomstige ouders het zaad verwijderd . Zodat als de jongen uit komen, de ouders geen gelegenheid hebben zaad aan hun pril kroost te voeren. Dit zou eventueel verstoppingen kunnen veroorzaken bij de jonkies met de dood tot gevolg .Nu er alleen eivoer voorradig is krijgen de jongen alleen wat het beste voor ze is. Eivoer dus.
De jongen worden de eerste dagen door de pop gevoerd welke wederom door haar partner op het nest wordt gevoerd. Na drie vier dagen verlaat de pop vaker het nest en krijgt ook de man de kans de jongen te voeren . Hiervan maken mijn mannen dan ook veelvuldig gebruik. De vijfde dag is de dag waarop ik mijn jonge barmsijzen ring. Dit gebeurd op de alom bekende manier met ringen voorzien van ventielslang. De ringmaten zijn 2,7 mm voor de noordse en de groenlandse en 2,5 mm voor de cabaretjes. Vanaf de vijfde dag krijgen mijn barmsijzen ook weer vast zaad. Wel steeds ietsjes later dan het eivoer. Zo doende voeren zij eerst hun jongen en krijgen dan pas de gelegenheid om zaad te eten. Als alles voorspoedig verloopt vliegen onze jonge barmsijzen na plus minus twaalf dagen uit. Als de jongen uitgevlogen zijn, worden ze zo snel mogelijk in babykooien geplaatst. En nog 14 dagen in of aan de kooi gehangen. Als ze dan zelfstandig zijn verhuizen ze naar een aparte vlucht voor de jongen.



[color=yellow]HET EIVOER[/color]

Bij de meeste cultuur vogelkwekers is het nog steeds het best bewaarde geheim. Aller handde mengsels en bereidingswijzen heb ik tijdens mijn gesprekken met collega vogelkwekers weten los te weken. En ben uiteindelijk toch bij een premix preparaat uitgekomen . Ik neem sinds vele jaren het bekende aves opfok. Welke ik aanmaak in de volgende dosering drie honderd gram consumptie beschuit vijf eetlepels aves opfok en na gelang de grote drie a vier gekookte eieren ( 7 min. ) . Dit wordt in de mixer een vijftiental seconden gemalen . Ik maak zo diverse porties klaar en bewaar deze in de diepvries.
Voor elke voederbeurt wordt de benodigde hoeveelheid uit de diepvries gehaald en met kiemvoer rul gemaakt.
Het kiemvoer bestaat uit kant-en-klaar winkelmengeling voor kanariekweek. Welke in kiemkweekbakjes tot kiemen word gebracht. Het verkregen eivoer wordt de eerste vijf levensdagen van de jongen aangevuld met “levendvoer” uit de diepvries. Ik weet dat dit weliswaar niet noodzakelijk is. Maar toch! Ik verstrek onder het eivoer enkele pinkie’s en buffalo-wormen. De eerste drie dagen ook enkele miereneieren .Vanaf de vijfde levensdag wordt er geen “levendvoer” meer verstrekt

Tijdens de winter en na de rui krijgen mijn vogels aves kracht . Welke ik op de volgende manier bereid . Drie honderd gram consumptie beschuit drie eetlepels aves kracht en een gekookt ei. Dit weer een vijftiental seconden in de mixer. Wederom wordt dit in de diepvrieskist bewaard en portie gewijs ontdooit. In de winter wordt er geen kiemzaad gevoerd. Ook komt er maar een keer per maand iets “levendvoer” onder het eivoer.

[color=darkblue]WEDSTRIJD OF SHOW[/color]
.
Voor mij het liefs een mix van alle twee. Hoewel ik geen “prijzenjager” ben vind ik het best leuk om aan TT’s deel te nemen. Met als hoogtepunt elk jaar de COM wereldshow.(Goud te Ieper 2002) Helaas is het nog steeds zo dat bij kleinere wedstrijden de cultuurvogels putters, sijzen, goudvinken en dus ook barmsijzen tegen elkaar uitkomen. Waarbij onze barmsijs vaak het lootje legt wat betreft de prijzen. Ik weet natuurlijk ook dat het geen haalbare kaart is om op kleinere wedstrijden alle vogels in aparte klassen in te delen maar toch, appels met peren vergelijken gaat niet. Op grote wedstrijden of speciale wedstrijden met aparte klassen komt onze barmsijs meer tot haar recht en heeft hij meer succes.
Bij het bezoeken van diverse shows valt me telkens weer op dat de meeste bezoekers toch steeds weer bij de cultuurvogels staan te kijken. Alleen het woord show is voor veel shows niet juist . Het zijn vaak alleen zalen met kalle rekken vol kooien met vogels vaak enkele honderden soms maar tientallen. Men mag als vereniging wel wat meer moeite doen om onze hobby te promoten. Ik was laatst op een door onze oosterburen gehouden SHOW die “Wunderbar” was. Hoewel er maar 250 vogels zaten was deze show een juweel. Een zaal met rondom volières waar in diverse soorten cultuurvogels zaten . Met daar tussen de rekken met wedstrijdvogels. Een vijver in het midden met een bloemenpracht eromheen. Enkele terraria completeerde het geheel . Een voorbeeld van wat kan. De foto’s van deze show zijn helaas verloren gegaan waardoor een impressie achterwege moet blijven. Jammer genoeg zie je zulke shows bij ons niet vaak maar hopelijk steeds vaker.


Het hierboven beschrevene is niet de enige weg naar een geslaagde kweek. Maar mijn kweekmethode zo als ik deze al jaren met succes bij mijn kweek gebruik maar als u met uw methode succes boekt dan niets veranderen. Zo niet dan is bovenstaande misschien iets voor u.
Met vriendelijke groeten
Loek Engels

Hoebaer
Berichten: 138
Lid geworden op: 20-10-2014 19:10

Bericht door Hoebaer » 22-10-2014 08:17

Prima artikel Loek. Misschien kun je ons over de veranderingen in je kweek ook nog eens wat vertellen.
DE manier, tja die moet je zelf uitvogelen

margriet
Site Admin
Berichten: 39
Lid geworden op: 20-10-2014 12:54

Bericht door margriet » 22-10-2014 09:42

Loek, mooi artikel, wat betreft de shows, daar heb je helemaal gelijk in, vaak zijn het ongezellige locaties, zeer zeker voor bezoekers. Maar om het zo aan te kleden zoals jij beschrijft in bovenstaand bericht is er geld nodig.
Beter 1 vogeltje in de hand dan 10 in de lucht!!!
Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is!!!!!!!!

Terug naar “Kweek Publicaties”